© Rootsville.eu

Karl Stoll & The Danger Zone (US)
tiltle: The Workhouse
music: Blues
release date: february 18, 2022
label: independent
promotion: Michelle Castiglia (Mail)
info artist: Karl Stoll & The Danger Zone


© Rootsville 2022


Na hun debuutalbum "Take A Ride" in 2012 komt nu deze "The Workhouse" onze richting uit. Als frontman van "The Danger Zone" staan ze geregistreerd als rockin' blues muzikanten maar zijn zo veel meer. Afkomsting van Washington DC deelde deze "Karl Stoll & The Danger Zone" in het verleden al het podium met namen als Popa Chubby, Anson Funderburgh en Mark Hummel om er maar een paar te noemen.

10 tracks op deze "The Workhouse" zijn van zijn hand met als 11de en enige uitzondering "Great Rain" van de hand van John Prine en Mike Campbell. Opener van het album is "Meet Me in New Orleans" en zo bevinden we ons midden in "The Big Easy". De liefhebbers van deep en dirty blues zullen zonder meer fan zijn van de titeltrack "The Workhouse " daar waar op "He Was My Dad " de rockin' blues op de voorgrond komt. Eentje waarop Paul Bell van de "The Nighthawks" voor de slide tekent.

Alom aanwezig zijn zonder meer ook de harmonica grooves van John 'Mojo' Dickson, een van de vaste leden van "The Danger Zone" naast een 12-tal gastmuzikanten. Na al het rockin' geweld krijgen we met "Open Your Arms" een tearjerker pure sang waarop de dames nu eens mogen uitnodigen. Anita King en Caz Gardiner (Too Much Sisters) tekenen voor de backing vox die je enigszins kippenvel komen te bezorgen bij nummers als "Bad Girl", een jazzy getint nummer, en "Fantasy".

Alvorens af te sluiten met een tweede versie van "Sometimes" krijgen we met "Great Rain" een bluesrockin' nummer met aan de drums niemand minder dan Jorden, Karl's zoon.

tracks:

01. Meet Me in New Orleans
02. Sometimes
03. The Workhouse
04. He Was My Dad
05. Why Does It Feel So Good?
06. Open Your Arms
07. Love is a Two Way Street
08. Bad Girl
09. Fantasy Girl
10. Great Rain
11. Sometimes (reprise) 

musicians:

Karl Stoll
Dean Dalton
Brian Alpert
John Dickson
Tommy Lepson
Shep Williams
David Torkanowsky
Steven Wolf
Joe Brotherton
Megan Nortrup
Davis Sager
Josh Howell
Paul Bell
Jordan Stoll

Backing vox Anita King & Caz Gardiner

 

arl Stroll: vocs, guitar / John “Mojo” Jackson: harmonicas, vocs / Dean Dalton: bass, vocs / Brian Alpert: drums, vocs & Add. musicians: Tommy Lepson: vocs, organ, synth / Shep Williams: keys / David Torkanowsky: piano / Steve Wolf: bass / Joe Brotherton: trumpet / Megan Nortrup: sax / David Sager: trombone / Paul Bell: slide guitar (4) / Josh Howell: percussion / Anita King & Caz Gardiner: bvs / Jordan Stoll: drums (10)

Karl Stoll is ook een van die onopvallende en wat minder bekende artiesten, die met een nieuwe release de nodige aandacht van deze curieuze recensent vraagt. Karl is zanger/gitarist en frontman van de The Danger Zone. Een veiligheidshelm heb je nog niet direct nodig als je in zijn zone bent, die zich in de District of Columbia-area situeert, waar hij met zijn band -John “Mojo” Jackson met zijn harp tussen de lippen / Dean Dalton met de bas omgehangen & Brian Alpert (Bob Margolin, Tom Ptincipato, Jimmy Thackery) met de drumsticks in de aanslag- vaak actief is. 

Karl Stoll & The Danger Zone treden regelmatig op tijdens festivals en in clubs in het DC-gebied. Door de jaren heen heeft de band het podium gedeeld met artiesten als Tommy Lepson, Tom Principato, Memphis Gold, Skip Castro, Roomful of Blues, Popa Chubby, Anson Funderburgh, Mark Hummel en veteraan/gitarist Nightcats-er Charlie Baty. Sommige leden van de band hebben door het land getoerd en hebben lokaal op grote podia gespeeld, waaronder The Birchmere, Nissan Pavilion, Wolf Trap en Patriot Center. The Danger Zone levert energieke houserockin' blues die een menigte aan het rollen krijgt. Ze beloven elke show een unieke en leuke ervaring te worden. 

De debuut-cd van The Danger Zone, ‘Take a Ride’ werd in 2012 door de Washington Area Music Association genomineerd voor de beste blues opname. Een decennia later, je moet soms wat geduld hebben, is er de opvolger, ‘The Workhouse’. Tien van 11 nummers zijn geschreven door de frontman himself en de cover, “Great Train”  is er een uit 1991 van John E. Prine & Mike W. Campbell (‘The Missing Years’). Verder zorgden niet alleen The Danger Zone maar ook een dozijn gasten -met o.a. The Too Much Sisters (Anita King & Caz Gardner), Tommy Lepson (zang, orgel) en Grammy-nominee, David Sager (trombone)- voor het succes! 

Na wat geroffel van protagonist Brian Alpert op zijn drums en enkele hitsige tussendoor solo’s van de rest, weet je dat  de opener “Meet Me in New Orleans”, al voldoende heeft om de aandacht te trekken voor het feestje dat er nog aankomen moet. “Sometimes” drijft daarna op een aanstekelig country deuntje met onderweg veel hartstochtelijke mijmeringen en de titelsong (het verhaal over een gevangenis in Lorton, VA) is stripped down Delta blues, waarmee je nog maar eens ongewild maar vooral verrassend naar een andere kant geleid wordt. Het uptempo “He Was My Dad” (met Paul Bell van The Nighthawks op slide gitaar): peinzend onderweg naar Virginia over iemand om fier op te zijn. “Why Does It Feel So Good?” is een feel-good-track met sixties vibes, die gedragen wordt door (één van de 12 extra muzikanten) toetsenist Shep Williams. “Open Your Arms” is de bijna tearjerker die nodig was, met een heerlijke sax solo van Megan Nortrup. Al knipogend naar The Beach Boys wordt het gaspedaal opnieuw ingetrapt voor “Love is a Two Way Street”. Het is nodig als je hoort hoe ze er uit ziet, want: “she’s hot!”. Meer om de handen heb je met de dames op “Bad Girl” en “Fantasy Girl”, wat John Dickson laat horen kwijlend op zijn harmonica, Brian Alpert even op zijn bas, Bell op slide gitaar en Stoll in zijn soms wat warre verhalen. Ik noemde de Prine cover al. De rocker “Great Rain” -met Karl’s zoon Jordan op drums, wordt hier door Dickson en Stoll heel knap en rauw gebracht-is hier de juiste keuze. De finale is hier een korte relaxte reprise van “Sometimes”. Moet kunnen, zeker als het een goeie is